Vrije meningsuiting : schuldig bevonden in Europa. Van Soeren Kern

Lars Hedegaard, voorzitter van de Deense Free
Press Society, werd door het Deense Hoogste Gerechtshof vrijgesproken van de
beschuldiging van het verspreiden van haat voor zijn kritiek op de islam.
Dit vonnis is slechts een kleine zege in de strijd om de vrije
meningsuiting in Europa, die door het politiek-correcte keurslijf, in het
bijzonder over thema’s die verband houden met de islam, verstikt wordt. Alhoewel
Hedegaard vrij gesproken werd, baseerde het Hof zich slechts op een juridische
spitsvondigheid en legde er de nadruk op dat de aanklacht op zich tegen
Hedegaard – publieke kritiek op de islam – onverminderd als een misdrijf,
strafbaar met hechtenis, beschouwd wordt.

Hedegaards problemen met de wet begonnen in december 2009 toen hij in
een opgenomen vraaggesprek stelde dat er een hoog aantal kinderverkrachtingen
en huiselijk geweldfeiten kon vastgesteld worden in de door moslimcultuur
gedomineerde gebieden. Hoewel hij beklemtoonde dat het niet zijn
bedoeling was alle moslims of de meerderheid der moslims van zulke misdaden te
beschuldigen, was de Deense gedachtenpolitie laaiend over de belediging. De
Deense openbare aanklager verklaarde dat Hedegaard schuldig was aan overtreding
van artikel 266b van het Deense Wetboek van Strafrecht, een bepaling, die maar
al te graag door de Deense elites gebruikt wordt om een politiek-correcte code
af te dwingen. Dit beruchte artikel 266b stelt: “Wie in het openbaar, of
met de bedoeling het publiek kenbaar te maken, een uitspraak of een andere
mededeling doet, waardoor een groep personen wordt bedreigd, beledigd of
belasterd omwille van hun ras, huidskleur, nationale of etnische afstamming,
godsdienst of sexuele voorkeur zal worden gestraft met een geldboete of
hechtenis tot max. 2 jaar.”

In januari 2011 werd Hedegaard al vrij gesproken door een lagere
rechtbank. Maar de openbare aanklager ging in beroep – met succes – want
in mei 2011 oordeelde een hogere rechtbank hem schuldig van haatverspreiding
volgens art. 266b, want “hij had kunnen weten” dat zijn uitlatingen aangaande
gezinsverkrachting binnen moslimfamilies bedoeld waren voor publieke
verspreiding. Op 20 april 2012 oordeelde het Hoogste Gerechtshof
dat de openbare aanklager niet had kunnen aantonen dat Hedegaard er zich van
bewust was dat zijn uitspraak zou gepubliceerd worden. Hoewel Hedegaard
vrijgesproken werd, legde het Hof er toch de nadruk op dat de inhoud van zijn
uitlatingen, nl. publieke kritiek op de islam, wel degelijk een inbreuk
betekenen op artikel 266b. Dus bevestigde het Hoogste Gerechtshof dat er
juridische beperkingen zijn aan de vrije meningsuiting in Denemarken.

Hedegaards geval kan men vergelijken met recente zaken in Oostenrijk,
Finland, Frankrijk, Italië en Nederland en kan als een uitgesproken voorbeeld
dienen van het toenemend gebruik van “lawfare” (d.i. een begrip “law en warfare”
dat het strategisch misbruik van de wetgeving en procedures omschrijft), het
kwaadwillig misbruik van Europese rechtbanken om de publieke opinie het zwijgen
op te leggen over het groeiend probleem van de islamitische immigratie.

In Oostenrijk bevestigde het Hof van Beroep in december 2011 het
politiek-correcte vonnis van Elisabeth Sabaditsch-Wolff, een Weense huisvrouw
en anti-jihad activiste voor haar “denigrerende religieuze overtuiging” nadat
ze een aantal lezingen had gegeven over de gevaren van de radicale islam.
Het vonnis toont aan dat het spreken van de waarheid over de islam
onmiddellijk gevolgd wordt door drastische juridische sancties – dit terwijl
het joden- en christendom ongegeneerd in het postmoderne multiculturele
Oostenrijk mogen gekleineerd worden. Ook in Oostenrijk werd politica en
parlementslid Susanne Winter in januari 2009 veroordeeld voor haar uitspraak
dat “in het hedendaagse systeem” de profeet Mohammed als een “kinderverkrachter”
zou beschouwd worden. Ze verwees daarbij naar zijn huwelijk met de
9-jarige Aisha. Ze werd ook schuldig bevonden aan opruiïng door haar
stelling dat haar land aan een islamitische immigratietsunami bloot gesteld
werd. Het vonnis luidde: een boete van € 24.000 en een voorwaardelijke
gevangenisstraf van 3 maanden.

In Denemarken werd politicus en parlementslid Jesper Langballe schuldig
bevonden aan haatverspreiding omdat hij verklaard had dat eremoorden en sexueel
misbruik in moslimfamilies plaats vinden. Langballe mocht zijn stelling
niet bewijzen want volgens de Deense wet is het onbelangrijk of een uitspraak
waar of onwaar is. Als iemand zich beledigd voelt is dit voldoende voor
een veroordeling. Hij werd standrechtelijk veroordeeld tot een geldboete
van Dkr. 5.000 (€ 670) of 10 dagen gevangenisstraf.

In Finland werd politicus en bekend politieke commentator Jussi Kristian
Halla-aho voor de rechter gedaagd in maart 2009 op beschulding van “opruiïng
tegen een etnische groep” en “schending van de heiligheid van religie” door
zijn uitspraak dat de islam de religie van de pedofilie is. Een rechtbank
in Helsinki liet later de klacht van godslastering vallen, maar veroordeelde
hem wel tot het betalen van een boete van € 330 voor het verstoren van een religieuze
eredienst. De Finse openbare aanklager liet het er echter niet bij en
trok met de beschuldiging van godslastering naar het Finse Hoger Gerechtshof,
waar de klacht nu herbekeken wordt.

In Frankrijk werd schrijver Michel Houellebecq door mosliminstanties in Parijs
en Lyon voor de rechtbank gedaagd omdat hij de islam “de domste religie”
genoemd had en omdat hij meende dat de koran “slecht geschreven” was. Tijdens
de zitting verklaarde hij dat – hoewel hij de moslims niet verachtte – hij
minachting voor de islam voelde. Hij werd in oktober 2002 vrij
gesproken. Ook in Frankrijk werd de legendarische actrice en
dierenrechtenactiviste Brigitte Bardot in juni 2008 veroordeeld voor “racistische
opruiïng”, nadat ze geëist had dat moslims de dieren zouden verdoven voordat ze
geslacht werden. Elders in Frankrijk moest zangeres en actrice Marie
Laforêt voor een Parijse rechtbank verschijnen om zich tegen een
discriminatieklacht te verdedigen. Aanleiding was een jobadvertentie op
het internet, waarin zij iemand zocht voor wat werk te verrichten aan haar
terras. Er stond in vermeld dat “allergiepatiënten of orthodoxe moslims”
zich dienden te onthouden omdat ze een kleine chihuahua had. Laforêt
verklaarde deze stipulatie omdat ze ervan uitging dat moslims honden als onrein
beschouwen. De klacht werd ingediend door de antidiscriminatievereniging
MRAP – Beweging tegen Racisme voor Vriendschap tussen Volkeren. Haar
advocaat argumenteerde dat mevr. Laforêtet “wist dat de aanwezigheid van een
hond tegen de godsdienstige overtuiging van orthodoxe moslims zou ingaan.
Het was juist een teken van respect.” Maar de moslims wezen haar
verdediging af.

In Nederland werd Geert Wilders, leider van de PVV, na een twee jaar durende
rechtsstrijd, vrij gesproken van vijf klachten van opruiïng tot
geloofsgerelateerde haat tegen moslims voor zijn kritiek op de islam.

En ook in Nederland werd Gregorius Nekschot, een alias voor een Nederlandse
spotprenttekenaar, die genitale verminking en multiculturalisme aan de kaak
stelt, thuis gearresteerd in mei 2008 voor tekeningen die door de moslims als
beledigend werden ervaren. Hij werd na een verhoor van 30 uren vrij
gelaten. Hij werd in beschuldiging gesteld voor acht tekeningen, die “negatieve
eigenschappen toeschrijven aan bepaalde groepen” en die – als zodanig –
beledigend zijn en een misdrijf van discriminatie en haat vormen volgens
artikels 137c en 137d van het Nederlandse strafrecht. In een vraaggesprek
met de Volkskrant (het werd intussen verwijderd van de webstek) meende Nekschot
dat voor het eerst, in 800 jaar oude geschiedenis van de satire in Nederland,
een kunstenaar in de gevangenis gestopt werd. Hoewel de klacht verworpen
werd in september 2010, besliste Nekschot op 31 december 2011 zijn carrière als
spottekenaar te beëindigen.

In Italië moest schrijfster en journaliste Oriana Fallaci zich voor de
rechtbank verantwoorden voor het schrijven dat de islam “haat in plaats van
liefde, slavernij in plaats van vrijheid brengt”. In november 2002
ondertekende een Zwitserse rechter een arrestatiebevel, n.a.v. een klacht door
het Islamitisch Centrum van Genève wegens een inbreuk tegen artikel 261 van het
Zwitserse strafrecht. De rechter vroeg de Italiaanse autoriteiten mevr.
Fallaci te vervolgen of haar uit te leveren. Het Italiaanse ministerie
van justitie weigerde het verzoek met de verklaring dat de Italiaanse grondwet
de vrije meningsuiting beschermt. De Unie van Islamverenigingen in
Italië, de UCOII, die banden met de Moslim Broederschap heeft, liet het er niet
bij en leidde een proces in tegen mevr. Fallaci wegens bepaalde stellingen in
haar boek “De kracht van de rede”, die beledigend voor de islam zouden zijn.
Zij moest in Bergamo voor de rechtbank verschijnen wegens het belasteren
van de islam maar ze stierf enkele maanden na het begin van de rechtszaak in
september 2006 aan kanker.

Keren we terug naar Denemarken. Lars Hedegaard heeft gemengde gevoelens
over zijn vrijspraak. Enerzijds is hij verheugd dat het Opperste Gerechtshof de
argumenten en de bewijsvoering van de lagere rechtbanken gevolgd heeft. Anderzijds
realiseert hij zich dat het vonnis niet kan geïnterpreteerd worden als een zege
voor de vrije meningsuiting. Artikel 266b, de reden van zijn
beschuldiging, blijft ongewijzigd en hij concludeert: “Het is een schande voor
elke geciviliseerde samenleving en een open uitnodiging voor meer frivole
processen. Bijgevolg hebben we niet het recht de waarheid aan te voeren
als we n.a.v. dit artikel vervolgd worden. Er werden verschillende
pogingen ondernomen om dit artikel in overeenstemming te brengen met algemene
principes van rechtspraak, maar opeenvolgende regeringen en de meerderheid in
het parlement hebben steeds hardnekkig geweigerd. Ik ben blij dat mijn
vrijspraak een grens trekt hoe diep de staat zich in het privé leven kan
mengen. Het Opperste Gerechtshof heeft het principe bevestigd dat een
verklaring pas een misdrijf kan worden als er ook de opzet van publieke
verspreiding bij vervat zit. We mogen nog steeds vrijuit praten in ons
eigen huis.” En hij heeft zich voorgenomen dat hij in de toekomst steeds
schriftelijke garanties zal eisen, dat niets zal verspreid worden zonder zijn
uitdrukkelijke goedkeuring. En hij raadt het iedereen aan “want de
openbare aanklager ligt op de loer”.

Ingekort artikel, vertaald uit het Engels met toestemming van de auteur
Soeren Kern, Senior Fellow for European Politics at the Madrid-based Grupo de
Estudios Estratégicos / Strategic Studies Group.

Born: http://www.gatestoneinstitute.org/3026/lars-hedegaard-acquitted