Toespraak Prof. dr Hans Jansen op het colloquium “De islam kan uw vrijheid schaden.” 24 september 2009
Islam en Shariarechtbanken: Bedreiging of Verrijking
Prof. dr Hans Jansen
http://www.arabistjansen.nl/
Er is nog één terrein over waarop het Westen onverminderd zelfvertrouwen bezit, cultureel zelfvertrouwen, en zichzelf superieur acht ten opzichte van de islam, en elke verrijking van islamitische kant vastbesloten afwijst. Dat ene terrein is de manier waarop vrouwen en meisjes behandeld horen te worden.
In de islamitische wereld is iedereen zich hier goed van bewust. Vrouwen en meisjes worden in het Westen behandeld op een manier die sterk afwijkt van de islamitische normen en waarden. Moslimse religieuze leiders beschouwen de westerse leefwijze als een gevaarlijke bedreiging van de islamitische manier van leven. Moslimse leiders dringen er dan ook op aan dat het westen ruimte maakt voor islamitische rechtbanken waar imams vrouwen en meisjes de wet kunnen lezen volgens de normen van de sharia.
Volgen de Gazet van Antwerpen van 24 september 2009 is de sharia ‘de methode van de shi’ieten’. Het is haast ongelooflijk dat zo’n uitspraak op de redactie niet wordt gecorrigeerd. Wie nu nog niet weet wat de sharia is, die kan wel op het dak gaan zitten. De sharia is de gedragsleer, de wet, van de islam. De sharia is niet een of andere vage vorm van onschuldig en irrelevant canoniek recht, maar de sharia is een compleet juridisch systeem, dat weliswaar ook de beschrijving van het islamitische ritueel omvat, maar voor het overige een volwassen en compleet juridisch bouwwerk is, dat contracten, levering en strafrecht, elk juridisch vraagpunt, behandelt.
Moslimse leiders, of eigenlijk een moslimse strengreligieuze voorhoede, dringt er op aan die sharia te mogen toepassen op moslims bij interne zaken, in het bijzonder waar het vrouwen en meisjes betreft, want daar wijken de westerse regels verregaand af van die van de sharia. De sharia-handboeken puilen uit van de bedreigingen aan het adres van iedereen die geen moslim is. Een moslim die de sharia omhelst, neemt zodoende de plicht op zich om te strijden tegen wie geen moslim is. Deze strijd staat bekend als Jihaad.
Westerlingen zien geen gevaar in deze shariarechtbanken, omdat ze er van uitgaan dat de islamitische juridische regels misschien wel een beetje anders zullen zijn, maar erg gek kan het toch niet wezen, alle mensen delen immers ongeveer ‘onze’ opvattingen.
Nu, ik breng u een slecht bericht: Dat is niet zo. Er worden in de wereld van de islam een aantal opvattingen gehuldigd die westerlingen, als ze deze zouden kennen, eenstemmig zouden afwijzen. Dit betreft, onder andere, de leeftijd waarop een meisje mag worden uitgehuwelijkt, het recht om vrouwen te slaan, de regelingen rond het ontbinden van het huwelijk, en de beoordeling, behandeling en bestraffing van buitenechtelijke seksuele omgang. Nu, u kunt gerust zijn, ik ben een nette man en ik deel van harte de islamitische overtuiging dat elke overspelige gestenigd moet worden. Ik zou alleen absoluut willen vasthouden aan de bekende procedurele voorwaarde dat de eerste steen geworpen moet worden door iemand die zonder zonden is.
Waarom zijn die westerse normen en waarden betreffende de behandeling van meisjes en vrouwen nu toch zo gevaarlijk voor de islam? Het is verleidelijk om nu een grapje te maken, en te zeggen dat de reden daarvan is dat de helft van het mensdom uit meisjes en vrouwen bestaat. Maar in de landen van de islam is dat eigenlijk niet eens zo, daar bestaat, om wat voor reden dan ook, een mannenoverschot. Het gevaar van de westerse normen zit dieper. Veel dieper zelfs.
De vrije burgers van het Westen menen dat de rechten van meisjes en vrouwen absoluut en universeel geldig zijn, en die westerse diepe overtuiging is niet op een openbaring of een godsdienst gebaseerd. Alleen al dat godsdienstloze van de westerse opvatting ondermijnt de islam. De islam leert dat de mens moet leven volgens de gedragsregels die God gegeven heeft. Wat de mens zelf heeft bedacht en nastreeft, is onveranderlijk slecht en vies. Nu, onze regels over de behandeling van vrouwen en meisjes zijn niet aan de sharia ontleend, maar ze zijn door de westerlingen in de loop der eeuwen zelf bedacht. Dus zijn ze in islamitische ogen verkeerd en vies.
Vrije burgers van het westen zijn daarentegen absoluut overtuigd van de juistheid van hun opvattingen over het verbod op kinderhuwelijken – zeker wanneer slechts een van de huwelijkspartners een kind is. Ook het verbod op pedofilie, en het verbod op huiselijk geweld tegen vrouwen staat van links tot rechts buiten discussie. Het is het enige, en mogelijk laatste terrein waarop we nog steeds bereid zijn desnoods met geweld respect voor onze normen af te dwingen. Immers, op pedofielen en mannen die een vrouw mishandelen sturen we onbekommerd de politie af. Daarbij mag uiteraard geweld gebruikt worden met de bedoeling en zelfs de bewuste opzet om onze normen af te dwingen en aan anderen op te leggen.
Het verbod op vrouwenmishandeling en het verbod op pedofilie worden zo zeer als redelijk en vanzelfsprekend beschouwd dat normale mensen in het westen in het algemeen zelfs niet echt willen geloven dat er godsdiensten zijn die over zulke kwesties heel anders denken. Wanneer westerlingen wisten hoe de islam de zaken van vrouwen en meisjes regelt, zouden ze zich verregaand verheven voelen boven de islam. Dat vinden moslims uiteraard bezwaarlijk, want dat zou betekenen dat westerlingen hebben afgedaan als zieltjes die voor de islam gewonnen kunnen worden. Het zou zelfs kunnen betekenen dat ze de islam, wat ik nu ga zeggen is zo slecht, ik durf het haast niet uit mijn mond te krijgen, het zou kunnen betekenen dat ze wat dit aangaat de islam zelfs zouden willen tegenwerken.
Het gaat bij vrouwenmishandeling en pedofilie om regels waarvan de islam leert dat ze door God zijn gegeven, vaak zelfs in de tekst van de koran zelf. Het accepteren van de westerse normen ten aanzien van de behandeling van vrouwen en meisjes is niet te verenigen met geloof in de goddelijkheid van de koran. Wie zijn geloof in de goddelijkheid van de Koran kwijt raakt, kan geen Moslim worden of blijven. Daar schuilt, voor moslimse religieuze leiders, het gevaar. Hun kudde zou weglopen als de westerse opvattingen over vrouwen en meisjes onder moslims algemeen werd.
Moslimse leiders willen u daarom dan ook overhalen de shariarechtbanken toe te staan en te faciliteren, omdat wie dat doet, indirect te kennen lijkt te geven dat zijn westerse geloof in de westerse rechten van vrouwen en meisjes toch niet zo heel erg absoluut is. Voor moslimse vrouwen en meisjes is dit een slecht bericht dat hen ernstig kan demoraliseren. Het is een messteek in de rug. Voor moslimse predikanten daarentegen is zo’n shariarechtbank een hele goede eerste stap in de door hen gewenste richting. Een westerse politicus die shariarechtbanken toe wil staan doet daarmee evenwel geen gecodeerde verborgen mededelingen over zijn standpunt betreffende de universele geldigheid van de rechten die het Westen aan vrouwen en meisjes toekent. Zo’n politicus demonstreert alleen maar zijn eigen onbekendheid met de regels de sharia.
De koran (4:34) leert dat wanneer mannen alleen maar vrezen dat hun vrouwen ongehoorzaam zullen zijn, ze hun vrouwen mogen slaan: w-allaatii taxaafuuna nushuuzahunna, wa-Dribuuhunna. Het gaat dus niet om echte overtredingen die daadwerkelijk hebben plaats gevonden, maar om gevreesde overtredingen. Mannen krijgen in dit vers het recht te slaan, vrouwen krijgen niets. Dat is strijdig met westerse opvattingen. Is er iemand die het redelijk acht dat een man een vrouw slaat vanwege zijn eigen angst voor raar gedrag dat zij in de toekomst misschien wel eens zou kunnen ontplooien? Wie het ongeoorloofd acht in zo’n geval een vrouw te slaan, heeft te kennen gegeven niet in de goddelijke oorsprong van de koran te geloven. Wie het slaan van vrouwen afwijst, heeft impliciet laten weten dat hij de westerse cultuur beter vindt dan alle theorieën van de islam, en dat hij de islam eerder een bedreiging dan een verrijking acht, zeker voor zijn dochters.
En er is, helaas, nog veel meer. De islam leert dat er voor het sluiten van een huwelijk getuigen nodig zijn, maar voor het uitspreken van een verstoting niet. In een kleine pre-industriële dorpsgemeenschap kan dat misschien nog wel. In de anonimiteit van de moderne wereld daarentegen is een verstoting en de daarop volgende huwelijksontbinding zonder getuigen een ramp.
Ook leert de islam dat een man die zijn vrouw verstoten heeft de door hem uitgesproken verstoting mag herroepen, en, let op, dit niet alleen zonder getuigen maar zelfs zonder dit aan de vrouw in kwestie mee te delen. Deze ‘wetgeving’ (tussen aanhalingstekens!) leidt er toe dat een vrouw nooit zeker weet of ze nu wel of niet gescheiden is, en of ze kan hertrouwen. Wanneer ze desalniettemin hertrouwt, loopt ze het risico dat een boze eerste echtgenoot haar van ontucht beschuldigt, en maar al te graag de eerste steen komt werpen.
Moeten wij geloven dat een zo onredelijke zo vrouwvijandige wet gegeven is door dezelfde God als die van de Bijbel en de kerken? Het jodendom en het christendom hebben niets dat ook maar in de buurt komt van dit soort onredelijke regelingen. Dit arrangement wordt door ons als zo onredelijk ervaren dat de meesten onzer niet zullen willen geloven dat het inderdaad echt in de islam zo geregeld is. Ik weet nu al dat ik in de pauze hier vol bevreemding vele malen over zal worden aangesproken.
Ik begrijp dat ongeloof en ik begrijp die bevreemding maar ik moet nog een ongeloofwaardig maar helaas ook weer reëel voorbeeld geven van het onderscheid tussen de islam en het westen dat ook weer in dit vlak ligt. De islam leert dat Mohammed een zeer jong meisje gehuwd heeft, Aisha. Mohammed nu is het hoogste voorbeeld voor moslims, Koran 33:21. Dus staat de islam het toe dat een moslimvader een dochter ten huwelijk geeft aan een man die qua leeftijd haar vader had kunnen zijn, of zelfs haar grootvader, en dat zelfs voordat de jonge bruid voor het eerst gemenstrueerd heeft. De koran (65:4) bevat namelijk zelfs nadrukkelijk een regeling voor, ja, u hoort het goed, de echtscheiding in zulke gevallen.
De Koran zegt in het midden van vers 65:4 dat een meisje dat nog voor haar eerste menstruatie verstoten wordt, toch pas na een wachttijd van drie perioden mag hertrouwen, omdat er anders onzekerheid over het vaderschap bestaat. Ja, stel je voor. De korancommentaren leggen bereidwillig uit dat het gaat om meisjes die niet gemenstrueerd hebben li-Sigharihinna, ‘omdat ze daar te jong voor zijn’. Er is geen westerling te vinden die zulke regelingen accepteren kan, zelfs al zouden die regelingen, zoals de islam leert, direct van God en zijn engelen en profeten zelf afkomstig zijn.
Het zijn overigens niet alleen kleine meisjes die afwijkend van westerse normen behandeld worden, ook jongens hebben van de instructies van de koran te vrezen. In Koran 18:74 en 18:80 doodt een profeet een ‘knaap’, ook weer niet omdat hij iets gedaan had maar op grond van het blote inzicht van de profeet dat de knaap iets verkeerds zou gaan doen. Dit gaat tegen alle westerse principes in. Dit is barbaars. Wij kunnen niet accepteren dat op Europese bodem zulke dingen met ons goedvinden ten uitvoer worden gelegd. Ons eventuele geloof in de goddelijke oorsprong van de Koran wordt door zulke verhalen volledig en blijvend ondermijnd.
Ook wordt onze achting voor de islam geschaad als we vernemen dat islamitische ouders geloven dat de islam wil dat zij hun dochter doden, of laten doden, wanneer die dochter buiten het huwelijk haar maagdelijkheid verliest. Moslims zijn er van overtuigd dat de islam dit onmenselijke gedrag voorschrijft. In plaats van je dochter te zeggen dat je het sneu vindt dat haar verloving op niets is uitgelopen, pak je een mes en snijdt haar de keel door. Kan een cultuur of een godsdienst die dit voorschrijft gelijkwaardig zijn aan de onze? Kom nou.
Bij het bestuderen van vreemde godsdiensten en vreemde culturen aan de universiteit en in de academische wereld, is het natuurlijk ongewenst voortdurend vast te stellen hoe veel beter de westerse cultuur is. Wie over de Tweede Wereldoorlog schrijft, zal ook niet elke alinea zijn lezers willen verzekeren dat het fout was om de joden te vergassen. Maar dat betekent niet dat er geen moreel oordeel mogelijk is over de zo neutraal mogelijk wetenschappelijk beschreven feiten. Toch zijn veel professoren gaan denken dat niet alleen academische onderzoekers maar ook burgers maar beter niet kunnen vinden dat hun burgerlijke cultuur beter is dan de religieuze cultuur van de islam. Wel, die professoren vergissen zich. Het is haast niet te geloven dat invloedrijke academici betoogd hebben dat culturen die nog niet eens hun eigen rioolwater kunnen zuiveren, gelijkwaardig zijn aan de westerse cultuur.
Het is voor vrouwen en meisjes te hopen dat het westen even onverzettelijk blijft als het zich tot op heden ter zake getoond heeft. Graag wil ik er ook op wijzen dat er gelukkig meer van zulke terreinen van westerse onverzettelijkheid zijn. Maar, ook op die terreinen sluiten westerse intellectuelen liever de ogen voor de islamitische werkelijkheid, en gaan ze er vanuit, zonder de feiten te willen nagaan, dat het onderscheid tussen de islam en het westen wel mee zal vallen omdat ‘mensen nu eenmaal mensen’ zijn, waarmee heel goeiig de hoop wordt uitgesproken dat westerse waarden universeel worden aangehangen. Wel, ik moet u teleurstellen. Mensen zijn mensen, daar is weinig tegen in te brengen, maar hun opvattingen zijn nagenoeg altijd het resultaat van indoctrinatie en training.
In het westen heeft training en indoctrinatie weten te bewerkstelligen dat wij het bekennen van schuld normaal zijn gaan vinden, en zelfs de mening zijn toegedaan dat iemand die een misstap heeft begaan opknapt van het afleggen van een schuldbekentenis. Dat is van nature natuurlijk niet het geval, dat is aangeleerd gedrag. Elke kerkdienst begint met een rituele schuldbelijdenis die uiteraard in de loop van de jaren geautomatiseerd en geroutiniseerd is geraakt. Daardoor hebben de Europeanen geleerd om fouten toe te geven. Dankzij de kerkelijke praktijk zijn Europeanen het toegeven van fouten doodgewoon gaan vinden. We zijn er door de onvermoeibare druk van het christendom en de kerken er zelfs gewend aan geraakt dit tegennatuurlijk gedrag normaal te gaan vinden, en we denken dat onze opvattingen over schuld bekennen en fouten toegeven volkomen ‘normaal’ is. Wel, ik heb weer een slecht bericht voor u. Dat is alleen en uitsluitend het geval binnen onze eigen cultuur. Schuld bekennen is aangeleerd gedrag.
De normale situatie is ‘Beken nooit schuld’, dat kan je je familie, je vrienden, je geloofsgenoten, je stad- en landgenoten, eenvoudig weg niet aandoen. Zonder de invloed van het christendom is de gewone situatie dat iemand nooit en te nimmer schuld bekent, want wat heeft iemands vader misdaan dat hij een zoon zou hebben die van zichzelf al zegt: ‘Ik ben een boef’? Omdat wij in onze goeiigheid zijn gaan denken dat het normaal en algemeen menselijk is om in staat te zijn schuld te bekennen, begrijpen we niet waarom zelfs geconfronteerd met overstelpend bewijs mensen soms blijven ontkennen. Dat komt doordat niet iedereen die training in schuld bekennen gehad heeft. Niet in alle culturen worden mensen geïndoctrineerd met de gedachte dat schuld bekennen iets positiefs is. Ten onrechte denken westerlingen dat het vermogen schuld te bekennen een vanzelfsprekende kernkwaliteit is waarover ieder mens beschikt. Ik herhaal het nog maar eens: dat is niet zo.
Schuld bekennen is niet allen heilzaam in de justitiële en religieuze sfeer. Ook in de wetenschap is het vermogen in te zien dat een met liefde geconstrueerde theorie fout kan zijn, essentieel. Het voor de moderne wetenschap zo essentiële falsificatieprincipe is niets dan een geseculariseerde vorm van de klassieke joods-christelijke schuldbelijdenis: anaxnoe xataanoe ashamnoe, en de rest van het Gebed van de Grote Verzoendag, of het Latijnse peccavi, en het overbekende mea culpa, mea maxima culpa.
Zeker in het geval van de wetenschap en de techniek is het loon dat op de confessie volgt groot geweest. Dankzij het falsificatieprincipe hebben we al die technieken en vernuftigheden kunnen ontwikkelen die ons leven zo paradijselijk maken. Zonder falsificatie en schuldbekentenis geen aardse zegeningen. Een blik op de Derde Wereld en u heeft gezien waar het gelijk ligt in deze pijnlijke kwestie. Het is dan ook niet toevallig dat er nog nimmer Nobelprijzen voor de exacte vakken en de techniek zijn toegevallen aan wetenschappers of wetenschapscentra in de islamitische wereld. Ik begrijp dat er mensen boos kunnen worden wanneer ze dit horen uitspreken, maar ach – u wist het eigenlijk al, en wat is de stelling die ik hier poneer makkelijk te falsificeren.
De islamofiele machthebbers in Europa zijn nog steeds wel bereid om de westerse regels voor de behandeling van kinderen, vrouwen en meisjes met geweld te handhaven. De kiezer dwingt hen daar ook toe. Gun de trouweloze regeerders van wie wij afhankelijk zijn niet de ontsnappingsroute via de shariarechtbank. Die dreiging dienen we af te weren. Maar ook de vrijheid van wetenschap en denken, zo nauw verbonden met joods-christelijke beginselen, dreigt aan het gezag van de sharia-rechtbank onderworpen te worden. Ik geef graag toe dat ‘vrijheid van meningsuiting’ abstract klinkt. Toch wil ik u laten geloven dat het in het belang van uw kinderen en uzelf is, voor die vrijheid elk mogelijk offer te brengen.
Vrouwen en meisjes gaan voor, daarna komt het vermogen tot schuldbekentenis, en dan is er nog een derde veld waar het westen een geheel irreële kijk op de wereld heeft: de zogeheten Gouden Regel. Deze regel luidt in zijn positieve vorm: ‘Zoals gij wilt dat de mensen u doen, doet gij hen dan ook alzo’. Ten onzent is de regel bekender in zijn negatieve vorm: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’, in het Latijn Quod tibi non vis, alteri ne feceris. De heidense Romeinse Keizer Severus Alexander, 235 overleden, was dol op deze regel en zou hem op alle openbare gebouwen hebben laten aanbrengen. Wij denken zonder dat verder gecontroleerd te hebben, dat deze regel opgang doet in alle godsdiensten en maatschappijvormen. Dat is niet zo.
Wij beschouwen het als vanzelfsprekend dat ook de islamitische theologie deze regel onderschrijft. Tot op heden is dat niet het geval geweest. De theorie van de islam zoals die de afgelopen 1400 jaar heeft geluid, bevat dit gebod niet. Zoals wij zonder onderzoek of nadenken er van uit gaan dat ieder mens wel redelijke opvattingen zal koesteren over vrouwen en meisjes, zo denken we ook dat alle godsdiensten er wel op uit zullen zijn die Gouden Regel toegepast te krijgen. Mijn bewering is weer makkelijk te controleren. Laten moslims aanwijzen waar die regel in een van hun heilige teksten voorkomt.
Onze westerse opvattingen over meisjes en vrouwen zijn ons voldoende dierbaar om ter handhaving van die waarden geweld te gebruiken. Aan die waarden en opvattingen willen we met stelligheid vasthouden. Die bereidheid bestaat naar mijn stellige indruk ook op het gebied rond de Gouden Regel en de Schuldbekentenis, alleen zijn daar de meesten van ons zich het eigen erfgoed niet goed bewust. Ik hoop dat daar verandering in komt.
De Westerse opvattingen over meisjes en vrouwen, de westerse opvattingen over schuld en schuld bekennen, en de westerse opvattingen over de Gouden Regel vormen een bedreiging voor de islam. Toch zie ik uit naar het moment dat onze moslimse medemens zijn levenshouding met deze drie elementen zal kunnen gaan verrijken.